Sinds een paar maanden bak ik zuurdesembrood. Het was even zoeken naar een ritme dat paste, maar sinds ik dat heb gevonden kost het me weinig moeite. Er was alleen één ding waar ik tegenaan liep en dat was de hoeveelheid zuurdesem die ik steeds ‘over’ had…

Voor wie geen idee heeft waar ik het nu over heb: wanneer je begint met zuurdesembrood bakken, is de eerste stap om een starter te maken (waarvoor verschillende methodes en recepten bestaan, gewoon even googlen) en daarna is het de bedoeling om die starter in leven te houden en daar steeds een beetje van te gebruiken in je brood.

Dat in leven houden doe ik door dagelijks (bijna dagelijks, soms vergeet ik het, maar dat maakt niet uit) de hoeveelheid starter te wegen en hetzelfde gewicht aan water en roggemeel toe te voegen en goed te roeren. Wanneer je begint op dag 1 met 50 gram starter, voeg je 50 gram meel toe en 50 gram water, waardoor je de volgende dag begint met 150 gram. Je hoeft geen rekenwonder te zijn om te zien dat, wanneer je niet oppast, dit snel uit de hand kan lopen! Voor een brood gebruik ik meestal ongeveer 100 gram, dus om te voorkomen dat ik steeds enorme hoeveelheden water en meel moet toevoegen, schep ik regelmatig wat uit de pot.

Maar ja, weggooien is zonde! Je kunt het gewoon in de koelkast zetten, dat zorgt ervoor dat het fermentatieproces bijna stil komt te liggen, waardoor je het lang kunt bewaren. Maar dan: wat doe je met die ‘afgeroomde’ starter? Er zijn veel recepten op internet te vinden, maar sinds ik dit recept heb ontdekt heb ik nooit meer een overschot! Het originele recept is met chocola en meer suiker, maar ik heb wat lopen sleutelen aan de hoeveelheden om er een iets gezondere snack van te maken. Ik deel het hier graag met je! En voor mezelf vind ik het ook wel handig dat het nu eindelijk ergens opgeschreven staat!

Ingrediënten voor 20 koekjes

• 55 gram gesmolten roomboter
• 1 middelgroot ei
• 100 gram ongevoede zuurdesemstarter
• 1/2 theelepel vanillepoeder
• 1/2 theelepel kaneel of speculaaskruiden
• 150 gram bloem
• 50 gram tarwemeel
• 35 gram rietsuiker
• 1/4 theelepel bakpoeder
• 1/4 theelepel zout
• 100 gram rozijnen
• 50 gram gehakte hazelnoten

Beschrijving

1. Meng de boter en het ei. Meng daarna de zuurdesemstarter, vanillepoeder,  kaneel/speculaaskruiden, rozijnen en hazelnootstukjes er door heen. 
2. Roer de bloem, tarwemeel, suiker, bakpoeder en zout erdoor. Kneed het kort door tot de ingrediënten goed gemengd zijn. 
3. Verwarm de oven voor op 180 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier.
4. Ik gebruik zo’n eetlepel maatschepje om de hoeveelheid af te meten (een eetlepel met kop erop per koekje) en maak er daarna balletjes van met mijn handen. Leg ze op de bakplaat, schuif die in de oven en bak de koekjes in 17 minuten gaar.
5. Laat de koekjes 5-10 minuten afkoelen. Vers zijn ze het allerlekkers (hier halen ze de volgende dag sowieso meestal niet). 

Enjoy!